Medehuur

Hier vindt u alle informatie over medehuurschap.

Medehuurder en huurbescherming
Een medehuurder is iemand die met een huurder samen in een woning woont, een gemeenschappelijke huishouding voert en door de verhuurder als medehuurder is erkend.

De medehuurder geniet, vanaf het moment van medehuur, evenals de hoofdhuurder wettelijke huurbescherming en kan dus niet zomaar uit de woning worden gezet. Verder is hij ook aansprakelijk voor de verplichtingen voortvloeiend uit de huurovereenkomst. Denk hierbij aan huurbetaling en het gebruik van de woning.


Wie is automatisch medehuurder?
Automatisch medehuurder is de echtgenoot of de bij notariële akte geregistreerde partner van de huurder. Dit geldt ongeacht of de huurovereenkomst vóór dan wel tijdens het huwelijk/geregistreerd partnerschap is aangegaan.
Het medehuurderschap geldt zolang de echtgenoot/partner de woonruimte als hoofdverblijf in gebruik heeft.


Wie kan medehuurder worden?
Niet-gehuwd samenwonenden hebben grotendeels dezelfde rechten als echtgenoten.
In deze gevallen geldt dat de mede-bewoner tenminste twee jaar zijn hoofdverblijf heeft in de woning en een duurzaam gemeenschappelijke huishouding heeft met de hoofdhuurder. Verder komen inwonende kinderen van 35 jaar of ouder, die onafgebroken bij de huurder hebben gewoond, ook in aanmerking voor het medehuurderschap.

Meer medehuurders
Het is mogelijk dat meer dan één persoon medehuurder wordt, de huurder en de al aanwezige medehuurder(s) moeten hiermee instemmen. Als een medehuurder de woning verlaat dan vervalt zijn/haar medehuurderschap.


Wanneer wordt een verzoek afgewezen?
Een verzoek voor medehuurderschap wordt afgewezen als:
De aspirant medehuurder niet tenminste twee jaar het hoofdverblijf in de woning heeft en met de huurder een gemeenschappelijk huishouden heeft;
Het verzoek tot doel heeft om deze persoon op korte termijn de positie van hoofdhuurder te verstrekken;
De aspirant medehuurder onvoldoende financiële waarborg biedt voor een behoorlijke nakoming van de huurovereenkomst;
Het een meerderjarig inwonend kind ouder dan 35 jaar betreft dat niet onafgebroken bij de huurder heeft gewoond;
Het een meerderjarig inwonend kind jonger dan 35 jaar betreft.

Echtscheiding
Bij echtscheiding speelt de vraag wie in de woning mag blijven. Tijdens de echtscheidingsprocedure kan de rechter bepalen wie voorlopig in de woning mag blijven. De echtgenoot die medehuurder is verliest deze positie niet als hij in verband met de echtscheiding ervoor kiest tijdelijk elders een onderkomen te zoeken. Ook blijft hij gedurende deze periode aansprakelijk voor huurbetaling. Als het
echtscheidingsvonnis definitief is vervalt voor één van de partijen het huurderschap en de aansprakelijkheid. Het vonnis is definitief zodra het is ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand.

Dit bovenstaande geldt ook voor de situatie dat geregistreerde partners per notariële akte hun partnerschap beëindigen.


Beëindigen samenwoning
Als de huurder en de medehuurder de samenwoning willen beëindigen rijst de vraag wie de huurovereenkomst mag voortzetten. Als men zelf tot overeenstemming komt dan kan één van hen afstand van de woning doen. Dit dient de vertrekkende medehuurder bij de Marken kenbaar te maken door een schriftelijke afstandsverklaring in te dienen. Verder kan er eveneens een voorcontrole van de
woning plaatsvinden zodat de achterblijvende huurder weet waar hij of zij aan toe is.

Als er een conflict ontstaat wie de huurovereenkomst mag voortzetten, dan kan de kantonrechter worden gevraagd hier een uitspraak over te doen. De rechter weegt in dit geval de belangen van beide partijen af. Diegene die de huurovereenkomst mag voortzetten wordt een nieuwe huurovereenkomst aangeboden en de medehuurder verliest het huurderschap en zal de woning moeten verlaten.


Overlijden van de huurder
Als de huurder overlijdt dan zet de medehuurder de huurovereenkomst automatisch voort.

De wet geeft bij overlijden van de huurder ook bescherming aan de samenwoner die geen medehuurder is. Hij moet dan wel met de overleden huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding hebben gehad en daadwerkelijk in de woning wonen. De wet bepaalt dat de samenwoner de huurovereenkomst in elk geval zes maanden na het overlijden van de huurder voortzet.

Binnen deze termijn kan de samenwoner de kantonrechter verzoeken om in de woning te blijven wonen. De rechter kan er voor kiezen de termijn van twee jaar gemeenschappelijk wonen los te laten en dan te kijken naar de intentie van partijen. De tijdsduur kan hierbij van belang zijn maar is niet doorslaggevend.


Hoe aanvragen
U kunt een schriftelijk verzoek om medehuurder te worden bij de Marken indienen.